Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gegord met een gordel aan hun lenden, hebbende [36]overvloedig geverfde [hoeden] op hun hoofden, die allen in het aanzien hoofdmannen waren, [naar] de gelijkenis der kinderen van Babel, van Chaldea, het [37]land hunner geboorte; 36. Of, geverwde overvloedige, of zeer nederhangende, zwaaiende. 37. Vanwaar zij in Juda gevoerd waren, of immers gemaald, of geschilderd naar het kleed, dat men in Babel droeg.